Reizen: Faröer




Faröer - Panorama



Tja... en eenmaal naar Shetland geweest, wil je weer verder. Nog verder naar boven, zo halverwege Schotland en IJsland, ligt ook weer een groep eilanden. Veel hoor je er niet over, dus maar eens aan Tom Moncreiff gevraagd hoe het daar is. Natuurlijk bestudeer ik atlassen; dat doe ik altijd heel graag. Je leest de vaaraanwijzingen en soms een summier reisverslagje. De meesten gaan door naar IJsland en slaan de eilanden gewoon over. Soms komen de eilanden negatief in het nieuws; bij de jaarlijkse slachtpartij van de grienden. Gelukkig was ik er toen niet, wil het ook niet meemaken. Tom is er wel eens geweest; kijk daar maar uit. Er lopen ongelooflijke getijstromen en er zijn hoge en steile bergen, waar enorm heftige valwinden vanaf kunnen waaien. Hij heeft het water er zien stuiven alsof er een sneeuwstorm woedde. Ik bedenk, dat ze eigenlijk helemaal niet zo ver weg liggen, gerekend vanaf de Shetlands; dat moet te doen zijn. Helemaal, als ik kans zie de vakantie op te rekken naar vier weken...


Inmiddels heeft zich een bemanningslid aange-meld. Nog wel tijdens de HISWA. Het blijkt een broer(tje) te zijn van iemand, die ik al langer ken. Hij is op dat moment nog maar 17 jaar oud, maar het blijkt prima te gaan, is nooit bang en kan tegen de zee. Hij vaart nog steeds regelmatig mee en tij-dens wedstrijden behoort Menno, samen met Nico, tot de vaste bemanning.
We vertrekken, omdat dat toen onze thuishaven was, vanuit Vollenhove. De wind is noordwest en om wat meer hoogte te kunnen krijgen, zeilen we naar Den Oever. Vandaar kunnen we dan door het Marsdiep en via het Molengat, de Noordzee op. We besluiten eerst naar de Shetlands te varen. Ik kan het natuurlijk niet maken eraan voorbij te varen; dat wordt niet zo gewaardeerd door mijn vrienden daar. Bovendien kunnen we de zaak dan eens aan-kijken en zien hoe we verder zullen gaan. De wind blijft maar kort in de Noordwesthoek en wordt heel spoedig zuidwest. In Lerwick aangekomen, meren we af naast een mooi 15 meter - aluminium - kiel-midzwaardjacht, met aan boord niemand minder dan André de Jong. Hij blijkt dezelfde ambitie te hebben als wij; ook naar Faröer en misschien IJs-land. Daar heeft hij echter geen kaarten van. Die zijn wel bij ons aan boord! Hij leent ze van ons, maar hij had ook niet voldoende tijd meer en we krijgen ze op Faröer weer terug. Er trekt een diepe depressie over met 45 knopen wind... Die wind krij-gen wij niet helemaal op volle sterkte, maar we liggen aardig te deinen. Als het ding overgewaaid is, knapt het weer enorm op en op vrijdag varen we uit. André gaat om de zuid. Hij heeft een hekel aan het 'gekruip' door de Yell Sound. Hij vertrouwt de kaarten niet en vindt de rotsen erg hard. Dat vinden wij ook, maar door de Yell Sound is het wel wat korter, hoewel, ook veel hoger aan de wind, maar "Quo Vadis" is daar juist heel goed in. Boven-dien is het rond Sumburgh Head ook niet zo rustig vanwege de beruchte "Sumburgh Röst", een serie verraderlijke draaikolken... Enfin, André vertrekt rond 8 uur in de morgen en wij gaan om 12 uur los en door de "Yell Sound".


We zeilen langs de oostkant van Main-land naar de ingang van de Yell Sound. Daarbij passeren we een aantal typische en onbewoonde eilandjes. Het is rustig weer met een mooie zeilwind, kracht 3 tot 4. De Yell Sound levert geen enkel probleem op en om 7 uur in de avond hebben we de open oceaan voor ons en laten we de Shetlands los.
De westkust ziet er erg onherbergzaam uit, zoals op de bovenste van deze twee foto's is te zien. Zuidwest van ons, in de oceaan, liggen brokstukken Shetland; de Outer Stacks. (onderste foto) Geen oord om bij stormweer tussen verzeild te raken.
De oceaan is rustig, maar er loopt nog wel een lange en vrij hoge deining, overgebleven van de storm eerder deze week, waar "Quo Vadis" geen enkele moeite mee heeft. We liggen nu op koers, een klein knikje in de schoot en lopen er overheen, zonder ook maar het minste snelheidsverlies. Het is alsof de oceaan rustig ademhaalt. We willen hem dan ook maar niet wakker maken en boos laten worden...
Het blijft mooi weer en de wind neemt helaas af. Desondanks schieten we toch goed op en op zondagmorgen, om half vijf, lopen we de haven van Tórshavn in. Natuurlijk ligt de grotere en snelle boot van André daar al afgemeerd. Het is een merkwaardige tegenstelling tot Neder-land; op deze tijd kun je daar een kanon afschieten, tenzij je natuurlijk net treft dat de disco's uitgaan... Hier zit, zo lijkt het, iedereen te vissen en is het een drukte van belang!
We doen zo voorzichtig mogelijk bij het langszij komen, maar op een gegeven ogenblik gaat toch het voorluik open en een verbaasde André staart ons aan met de opmerking; "Jullie hier?"
De noordwestkust van Yell
Outer Stacks


De eilanden komen boven de horizon; nog 50 mijl te gaan!
 Op de horizon de eilanden - onder hun wolkenbank.
De foto's op deze site vormen een collectie die is samengesteld uit de foto's gemaakt tijdens twee tochten naar de Faröer. Het reisverslag is van de eerste reis en de hiernaast getoonde foto's van de nadering zijn gemaakt tijdens de tweede. De eerste keer kwamen we van de Shetlands, uit het zuidoosten en arriveerden in de vroege morgen met net te weinig licht om foto's uit de hand te kunnen maken. De tweede keer kwamen we van de Hebriden en arriveerden we vanuit het zuiden in de mid-dag. Het waren tochten onder verschillende omstandigheden.
Hier het verslag van de tweede reis, vanaf de Hebriden.

We vertrekken op de zondagnamiddag vanuit de haven van Scalloway. Het is zwaarbewolkt en regenachtig weer met een flinke, uit het noordwesten waaiende wind. In de beschut-ting van Scalloway en het eiland Lewis gaat het prima maar eenmaal om de noordoost-kaap heen, blijkt er toch een windkracht 6 te waaien. We zeilen zo hoog mogelijk aan de wind onder gereefd grootzeil en stagfok. We kunnen ternauwernood noord aanhouden en hele wolken zout buiswater stuiven over het dek. Geen comfortabel tochtje... We passeren in de nacht het eenzame eilandje North Rona, dat we aan stuurboord laten. De wind krimpt en neemt langzamerhand in kracht af. Door-dat de wind nu ruimer inkomt kunnen we de Faröer makkelijk bezeilen. Ondanks de krim-pende wind klaart het zienderogen op en de volgende dag zeilen we bij rustig weer en een mooie lopende wind, gestaag voort. Op de vroege dinsdagmorgen, zo'n 80 mijl zuid van Faröer, zien wij bewolking in het noorden op de horizon hangen, ongeveer op de plaats waar wij de eilanden verwachten. In tegen-stelling tot de andere, steeds wisselende be-wolking, blijft deze wolkenbank op zijn plaats en is ook donkerder. Geen twijfel mogelijk; de vochtige oceaanwind wordt door de vrij hoge eilanden omhoog gestuwd en koelt daatbij af, hetgeen condensvorming met zich meebrengt. Als we de eilanden tot op 50 mijl genaderd zijn, zien we inderdaad de zon tegen de rot-sen schijnen en de wolk erboven wit oplich-ten. Het moet het eiland Suðuroy zijn. Graag hadden wij daar een kijkje genomen, maar we willen op tijd in Tórshavn zijn om de festivi-teiten op de 28ste juli mee te kunnen maken. Die datum is daar een nationale feestdag; de opening van het nieuwe parlementaire jaar, een soort "prinsjesdag" dus. We varen eraan voorbij en zien de bekende eilanden, Lítla- en Stóra Dímun (= Kleine- en Grote Tweeling-berg) voor ons. Dick Koopmans zeilde hieraan voorbij en geraakte in hevige valwinden, ge-paard aan een sterke getijstroom. Hij stond bijna letterlijk op zijn kop! Aangezien "Dímun" veel op demon = duivel, lijkt, waren de eilan-den snel van een Nederlandse naam voorzien. De Grote en de Kleine Duivel dus.
Wij hebben echter geen last van valwinden, maar worden wel door de stroom gegrepen, die ons bijna tussen Suðuroy en Lítla Dímun het westen in sleurt. Er staat daar een enor-me golfslag die hevig klotsend en kolkend veel lijkt op de branding boven een bank. We starten de motor en varen volgas, bijna voor de wind, met de boeg haaks op de koerslijn! Maar we redden het en komen, net voor een steile golfmuur langs, er voor weg. Eenmaal voor Sandoy is het leed, tenminste wat dat betreft, geleden. Maar het weer wordt steeds bewolkter en de wolken hangen steeds lager en het wordt behoorlijk nevelig. Achterom kijkend zien we ineens het eiland Lítla Dímun een "pet" op zijn kop krijgen. Dit verschijnsel hebben wij de vorige keer ook gezien, toen we tussen Nólsoy en Streymoy invoeren, op weg naar Tórshavn. Dit keer voorspelt het niet veel goeds; het raakt potdicht van de mist, begint te regenen en zonder verkenning varen wij uiteindelijk toch de haven van Tórs-havn in. We zijn te laat voor de roeiwedstrij-den, maar wel op tijd om het feest mee te maken... Toch één dag te lang op de Hebriden.
Nu duidelijk te zien.
 Langzaam komen we dichterbij.
Suðuroy
 Het eiland Suðuroy.
Lítla en Stóra Dímun
 Lítla en Stóra Dímun, hier nog in mooi weer...
Vrachtvaarder
 Vrachtvaarder, die een geregelde dienst tussen de eilanden onderhoudt.
Het woelige water bij Lítla Dímun
 Het woelige water nabij Lítla Dímun.
Lítla Dímun met pet
 Lítla Dímun heeft zijn pet opgezet; onmiskenbare nadering van een depressie!..



Kaart Faröer Zoals op beide routekaarten te zien is, zijn ook de terug-reizen verschillend van elkaar. De eerste keer, dat wij op Faröer zijn, zeilen we ook naar Klaksvik. Vandaaruit gaan we dan terug bij slechte weersomstandigheden en krijgen wij te maken met de door Tom Moncreiff genoemde ver-schijnselen. De visserlui van Klaksvik waarschuwen ons; op zee waait een volle kracht 7... Maar de tijd is op; we moe-ten terug, de baas staat al te roepen! Ze schudden hun hoofd, kijk uit voor de valwinden; bij wind 7 op zee waaien die met orkaankracht 12 plotseling van de helling! We zul-len voorzichtig zijn, beloven we. Zodra we los van de kade zijn stuwt de oostelijke wind ons voort. Klaksvik ligt aan een fjord beschermd aan alle kanten en is een veilige win-terhaven. Het ligt in een inham van Bordoy beschermd door het lange eiland Kalsoy en Kunoy ligt er dwars voor. De oostenwind blaast echter met volle kracht tegen Kunoy en kaatst daar terug. Gevolg; een steile zee vanaf Kunoy regelrecht inlopend tegen golfslag vanuit Klaksvik... Zoiets heb ik nooit eerder gezien. Als we in de open fjord zitten en de oceaan al zien, stuift er een valwind de berghelling af. We hadden hem al verwacht en varen op de motor, met het grootzeil goed vastgesjord op de giek. Je kunt ze zien aankomen, als je op de top een wolk ziet liggen, die zich niet verplaatst. Het zeewater stuift plotseling op alsof het sneeuw is!... Wij gaan op de kale mast tot aan de reling in het water; goed, dat we geen zeil voeren! Als we uit de gevarenzone zijn zetten we een gereefd grootzeil en stag-fok. Het waait hard, is nevelig en de eilanden zijn spoedig uit het zicht. Maar eenmaal verder weg, luwt de wind en wordt het beter, hoewel we hoog aan de wind moeten va-ren en we zodoende maar net vrij blijven van de Orkneys. Eenmaal daaraan voorbij, krimpt de wind naar het noorden en neemt weer toe. Maar we zeilen in één lange rechte ruk door naar huis. Op zaterdag uit Klaksvik vertrokken, arri-veren we op donderdagmorgen in de haven van Vlieland. De tweede keer varen we vanuit Tórshavn naar Shetland, maar vanwege een stormvoorspelling durven we niet de Yell Sound aan te lopen en varen we om de noord langs Muckle Flugga, waar we goed vrij van blijven, want ook daar staan de zeeën rechtop! We vertrekken op maandag-middag vanuit Lerwick, en arriveren weer de donderdag-morgen op Vlieland. Ook nu blies harde wind ons terug...



Quo Vadis in Tórshavn Rust na de overtocht
Het blijkt, dat ze om 2 uur zijn aan-gekomen en ze hadden ons nog lang niet verwacht! Hij kan er niet bij en rekent zich suf. "Die boot gaat veel te hard, dat kàn niet!"... Maar feit is, dat we er zijn en eerder dan ook wij verwachtten.

Thorshaven is een vrij grote plaats en overwegend bezig met de visserij. Er komt slechts een handvol jachten en de kade om te lig-gen is maar klein. Er is nauwelijks zoiets als een tij-verschil; ongeveer 20 cm. Veel com-fortabeler dan op de Shetlands met 1,80 m.

De jongen in de kuip op de boven-ste foto rechts, is Heðin Christiansen. Hij kwam gewoon aan boord om een praatje te maken. Heel gewoon op de eilanden. Maar we moeten hem wel even helpen in dit geval; hij heeft een gebroken been.
Tórshavn - haven
Tórshavn - haven


Framstig
Het Noorse jacht "Framstig", onderweg naar Groenland.
Smak van Faröer
Een inheems vissersvaartuig van Faröer; de "smak".


Visbootje Typisch visbootje van de Faröer Uiteraard, als scheeps-liefhebber ga je natuur-lijk eerst eens kijken, wat er zoal in de haven ligt. Duidelijk zijn de "Vi-king"-kenmerken eraan te zien. De onderkomens van de motor zien eruit als de brug van een groot zeeschip... Het doet wat koddig aan, al is het best wel artistiek verant-woord. De ene is echter duidelijk inventiever dan de ander!
De smak is het nationale visserschip van weleer. Er staat ook een afbeel-ding van een smak op een postzegel. Wij noem-den het schip dan ook de "postzegelboot".
De schepen van de vis-sers zijn erg groot, groot genoeg om een Urker kotter aan dek te zetten! Ze vissen vaak "in span" op heilbot en die zit heel diep in de oceaan; zo'n 900 meter!
Typisch visbootje van de Faröer Nieuw aangeleverd visbootje


Schietklare oude doos Ook niet zo jong meer; uit de tweede wereldoorlog
Boven: In alle tijden bewaakten kanonnen de toegang tot Tórshavn. Aan de overkant ligt het eiland              Nólsoy. Dit eiland biedt Tórshavn enige beschutting tegen het geweld uit de open oceaan.

Onder: Tórshavn in vogelvlucht...


Het oude Tórshavn Het oude Tórshavn Viking ornamentuur
Huis met "Viking"-ornamenten.
                       -o-o-o-
Het oudste deel van Tórshavn met
houten huizen en grasdaken.


Het Cultureel Centrum in Tórshavn Openbare ruimte
Het cultureel centrum in Tórshavn is geschonken
door de Scandinavische landen. Het werd ont-
worpen door een IJslandse architect en gebouwd
van op de eilanden gebruikelijke materialen.
De entree Het toneel Trap naar boven


Inwijdingsdienst De dienst in de kerk Trompetist en organist
Op de 28ste juli is het feest op de Faröer; de opening van het nieuwe parlementaire jaar.
Iedereen is vrij en het begint met een kerkdienst, waarvoor ook wij worden uitgenodigd.
De inwoners zijn overwegend Luthers. Het is een sfeervolle dienst in een dito kerkje. Na
de dienst gaat het in ceremonieel tenue naar het parlementsgebouw voor de Jaarrede.
Die wordt uitgesproken in de open lucht voor het gebouw, het oudste houten gebouw in
Tórshavn. 's Avonds is er een groot feest, lees; drankfestijn. De eilanden zijn droogge-
legd en drank is niet verkrijgbaar, alleen voor een avond als deze is er bier met een alco-
holpercentage van 6%. Het is een wonderlijk gezicht; iedereen in de straat dronken en
volkomen hulpeloos. Ze hangen gewoon tegen je aan en de lege flessen gooien ze een-
voudig stuk op straat! Maar geen onvertogen woord valt en er wordt niet gevochten.
Deense gouverneur Dominee Kijk goed, hoe belangrijk wij zijn!
Wij zijn uitgenodigd bij een van de no-
tabelen van Tórshavn. Hij is de "lan-
desapotheker" en beheert tevens de
plaatselijke vvv. Hij is nieuwsgierig
naar wat wij ervan vinden en lacht uit-
bundig om onze verbazing. Het wordt
een heel gezellige avond en het is laat
als wij voorzichtig door lagen gebro-
ken glas terug gaan naar de boot. De
volgende morgen is er van al dat glas
niets meer te bespeuren!...

Locale klederdracht
Toespraak bij het parlementsgebouw Hier en daar hangt nog een vol-komen laveloos figuur over een stapel kisten; zich van niets meer bewust. Ik had al eens gehoord, dat wanneer je een fles drank op tafel zet, ze niet weggaan voordat die leeg is. Op een morgen stapt er een jongen van een jaar of 26 aan boord en vraagt of we wijn of bier heb-ben. Menno ligt nog te kooi, maar ik ben al op. Ik vertel de man, dat we geen alcohol aan boord hebben. Ik zie het niet zitten om hem te laten delen in ons maar heel beperkte voor-raadje, aan boord voor speciale gelegenheden. Ik zeg hem dat drank en zeevaart nu eenmaal niet samengaan. Hij vindt de eilanden "mist" verklaart dat er niets anders te doen valt dan drinken en "fucking" en stapt vervolgens teleurgesteld van boord. Dan hoor ik een gegrin-nik uit de bakboord hondekooi; Menno is wel wakker. "Zo," zegt hij, "Dit was de eerste en met-een ook de laatste, heel Tórs-havn weet nu dat er bij ons niets te halen valt."


Park met beekje Park
Zoals bij Shetland al vermeld; Tórshavn heeft een park met bomen, die getuid zijn om omwaaien te voorkomen. De dunne, doorweekte grondlaag op de rotsbodem, geeft te weinig houvast. Bovendien kan het er ontzettend hard waaien!
Boom"verstaging"


Toilet-afvoerbeek? Links: Water moet je niet tegenhouden; gewoon onder
           je huis door laten gaan. Dat spoelt meteen weg,
           wat je graag kwijt wilt...
Onder: Typisch landhuis op Faröer.
Rechts: Huis met "Viking"-ornamenten.

Landhuis
"Viking"-huis
Tórshavn bij middernacht
 Tórshavn, midden in de nacht. Deze foto werd op 25 juli om 1 uur in de nacht gemaakt! Zon op; 02:45, onder; 23:15 uur.







Volgende pagina   pijl->rechts


[ Sign my Guestbook] - [Read my Guestbook ]
[Guestbook by TheGuestBook.com]


Search for

Laatst bijgewerkt op 14 december 2003 door: