Het liefst zwerf ik in onbekommerde vrijheid over Gods wijde wateren! Dat is natuurlijk een utopie... Het leven stelt nu eenmaal zijn eisen en er moet ook voor een inkomen worden gezorgd. Trouwens, als je niets anders zou doen dan dat, werd het waarschijnlijk op den duur toch ook vervelend; ik houd wel van wat afwisseling. |
Maar het zou ideaal zijn, als je:
|
|
Boven: Mijn eerste zelfbouw: "Betelgeuze" Links: Mijn eerste (oude) boot; "Endeavour" |
Welnu, het begint al goed! Geld heb ik niet en ook nooit gehad en vrije tijd is schaars! "Improvisatie" moet dan maar te hulp komen; ik bouwde mijn boten zelf! |
Mijn eerste bootje was een oud scheepje dat ik voor veel te veel geld kocht, dat ik bovendien van pa moest lenen en hem ook weer terug betalen moest. Zulke dingen cadeau doen, daar had hij niets mee op; er was geen nuttig (lees; economisch) doel mee gediend, vond hij... Maar ik was zo trots als een pauw en noemde het bootje naar een prachtig jacht, "Endeavour", dat ik kende uit een album van H.C.A. van Kampen. Hoe weinig heb ik toen kunnen vermoeden, dat ik ooit, veel later, echt aan boord van dit schip zou staan en er zelfs, tijdens een proefvaart, mee zou zeilen! Maar met dit scheepje zeilde ik gedurende mijn middelbare schooltijd op het Twentekanaal bij Wierden. Dat was een noodsprong, bij gebrek aan beter; het kanaal was diep gelegen tussen hoge oevers vol hoge bomen en daar had je altijd veel last van. De ligging - zuidwest noordoost - zorgde er bovendien voor, dat het vrijwel altijd in de richting van de wind lag, zodat je meestal wel terug moest kruisen, of omgekeerd. Bovendien was er geregeld scheepvaart, waar je terdege rekening mee diende te houden. Dit heeft overigens wel het voordeel gehad, dat ik de kunst van het kruisen ("laveren", zeggen de landkrabben), waarmee je wedstrijden kunt winnen of verliezen, uitstekend onder de knie heb gekregen. |
Eenmaal een vaste baan hebbend, bouwde ik een Friesche schouw, een zogenaamd platbodem-vaartuigje met zijzwaarden. Met een lengte van nog geen 5 meter beslist geen zeeschip! Maar ik stak er een paar maal het IJsselmeer mee over en ik voer ook eens over de - toen nog niet afgesloten - Lauwerszee. Ook maakte ik een tocht naar de Zuid-Hollandse eilanden en zeilde op het toen eveneens nog open Haringvliet. Ik kon daar de verleiding niet weerstaan en zeilde met de schouw doodgemoedereerd het zeegat uit, de Noordzee op, maar dit werd Neptunus toch een beetje te gortig... | |
Voor de bouw gebruikte ik modern mahonie hechthout, dat op de spanten gelijmd en met koperen schroeven vast geschroefd werd. De boot was bijzonder sterk en licht. De zeilen waren van Egyptisch katoen en donkerrood. Dat vond ik mooier voor kleine boten dan bruin. Dat past bij grote en zware schepen. Ik denk daar nog steeds zo over. |
Een zeer snel opkomende onweersbui, met veel wind, blies mij weer terug naar Hellevoetsluis. In die tijd bestond de westelijke helft van Flevoland ook alleen nog maar uit water en was de Flevocentrale nog in aanbouw. Op die plas was aan de horizon dan geen land meer te zien en waande je jezelf op zee. Zo zeilde ik toen, waar nu dus Almere ligt... Overigens, toen ik twaalf jaar oud was, gingen we nog met de (stoom)veerboot, de 'Rijnstroom', van Kampen naar Amsterdam. Ergens in de wijde watervlakte lag een stukje dijk met daarop wat houten gebouwtjes; hier, zo werd verondersteld, zou in de toekomst Lelystad gaan verrijzen... |
"Betelgeuze" op het Vollenhover kanaal |
...en op het Haringvliet! <--Avond over de Lauwerszee. |
*****
Deze escapades waren natuurlijk noodsprongen; het bloed kroop, waar het niet gaan kon en de ondernemingen waren niet geheel zonder risico... maar het liep steeds goed af. Enfin, ik bouwde ook eens een bootje voor derden en toen ik de schouw kon verkopen had ik genoeg beginkapitaal om een klein zeegaand scheepje te kunnen bouwen. | Ik bouwde een Waarschip ¼-tonner; een houten jachtje, 7,25 m lang. Daarmee bevoer ik het IJsselmeer en de Waddenzee. De Friesche meren werden moeilijk vaarwater, want ik moest rekening houden met een diepgang van 1,25 m. Mijn eerste tocht over zee ging naar Helgoland, een Duits brok rode zandsteen in zee. | |
Ik zeilde deze boot zonder een motor; ik vond het scheepje te klein voor een inbouwmotor en haat benzine en aan de spiegel hangende buitenboordmotoren... |
||
Deze tocht gaf me een echt overwinningsgevoel, vooral omdat het 's nachts behoorlijk ging waaien en de zee zich zeer snel opbouwde. Ik wilde graag naar Shetland. Die geheimzinnige eilanden daar in het "Hoge Noorden" oefenden een enorme aantrekkingskracht op mij uit. Op aanraden van vrienden nam ik een pas-getrouwd echtpaar mee. | Naar eigen zeggen was de man een expert, maar op de Forties stak de wind op en werden beiden zeeziek. Ze wilden alleen nog maar terug. Ik kon weinig anders doen dan omdraaien en op de vraag van de douane in Vlieland antwoorden, dat Kornwerderzand mijn laatste haven was. Bijna de hele Noordzee lag er tussen! |
*****
Maar ook dit scheepje was toch wat te klein en te levendig op de ruwe zee. Ik wilde ook wel wat meer comfort. Daar-om bouwde ik toen het scheepje, dat ik nu nog altijd bezit. Deze boot is 8,70 m lang en 3 m breed, terwijl de diepgang 1,80 m bedraagt. Dit is voor de meeste binnenwateren teveel, zeker voor die in Friesland en Noordwest-Overijssel, maar daar is het voor mij toch al te vol geworden. Maar die diepgang geeft het jachtje uitstekende aan-de-windse zeileigenschappen en het heeft een Volvo Penta MD-6A inbouwdiesel van 10 pk. Verder is er een uitgebreid arsenaal aan bijzeilen, waaronder een spinnaker van 65 m². Het aan-de-windse zeilopppervlak bedraagt 44 m². Het is een prettig zeescheepje gebleken, dat uitstekend meegeeft aan de zee en dat ook tijdens langere tochten veel voldoening geeft. | ||
[
Sign my Guestbook] - [Read my Guestbook
]
[Guestbook by TheGuestBook.com]